De vele tientallen planten in het bos, van de grote eiken tot de kleinste grassprietjes, kun je als mens natuurlijk gemakkelijk aanraken. Dat is niet zo met de dieren die er leven. Een mier of spin kan je wel al eens op je hand laten lopen maar met vlinders en vogels is dat niet het geval, laat staan vossen of reeën. Toch is er een categorie van mooie dieren die je, hoewel vrij zelden, toch nu en dan op je hand krijgt : het zijn de libellen.
Tot op heden hebben we in het bos 14 verschillende soorten libellen gezien. Sommige, zoals de azuurwaterjuffer, komen in grotere aantallen voor. Andere, zoals de oeverlibel, hebben we nog maar een enkele keer mogen bekijken. We komen zeker later nog terug op de verschillende soorten en onze waarnemingen.
Libellen houden van warmte. Ze zijn voor het regelen van hun lichaamstemperatuur namelijk afhankelijk van de warmte van de zon. Je kunt ze soms in het begin van de dag zien ‘zonnen’ op beschutte plaatsen. Op dat moment kunnen ze ook wel eens je warme hand komen opzoeken om er te zonnen. En als ze nog niet goed opgewarmd zijn kunnen ze wel eventjes rustig blijven zitten. Als je dan in de andere hand het fototoestel in de aanslag hebt levert dat soms mooie kiekjes op :





