De Iep of Olm

De iep (Ulmus) ook wel olm genoemd naar zijn latijnse naam komt van nature niet in het Bos voor. Dat is ook niet verwonderlijk. De fameuze ‘iepenziekte’ heeft zowat de hele europese populatie uitgeroeid. Ze wordt veroorzaakt door een schimmel die verspreid wordt door een kever. Er zijn hele programma’s ontwikkeld om de ziekte te bestrijden maar het allergrootste deel van de populatie is er wel aan bezweken. Tegelijkertijd zijn er ook ook veel kweekprogramma’s opgezet om resistentere exemplaren op te kweken.

In december 2009 hebben we in het Bos, uit dit programma, twee fladderiepen geplant (Ulmus laevis). Elf jaar laten doen deze bomen het heel goed. Ze zijn intussen oud genoeg om zelf al terug te bloeien. Hun omtrek op 1.5 m is intussen al een stuk boven de 50 cm. De boom voelt zich wel thuis in het Bos. Het kan heel goed tegen periodes van hoge waterstand, wat in ons ‘broekbos’ wel voorkomt.

De olm in zaad

Hopelijk kunnen ze verder groeien tot volwaardige volwassen exemplaren en zich misschien zelfs voortplanten en zo bijdragen tot de heropbouw van de iepenpopulatie in de wereld.

De olm heeft een typisch asymmetrische bladvoet, waar het steeltje aan het blad zit.

Boskers

In het Bos, niet ver van de beverburcht, staat een prachtige boskers (Prunus avium, ook wel ‘zoete kers’). Het is eigenlijk een ‘stoof’ : het onderste deel van een boom dat blijven staan is wanneer de boom zelf is afgezaagd of afgebroken en waaruit nieuwe takken zijn opgeschoten. Deze stoof is al vrij oud, vermits de ’takken’ intussen al echte bomen op zich zijn geworden. De combinatie van de gekerfde stammen, de met mos beklede, ruwe basis en simpelweg zijn omvang maakt hem een prachtig zicht in het Bos.

Boskers stoof met 4 stammen.

Daarenboven komt nog dat de boskers een mooie, overvloedige, witte bloei heeft in de lente wanneer veel bomen nog niet of nog maar net in blad staan. Dan valt hij zeer duidelijk op, zeker vanuit de lucht.

Bloeiende boskers vanuit de lucht.

Een tweede stoof, wat verder op, met twee stammen is vorig jaar helaas opengespleten maar nieuwere, kleinere exemplaren zijn zijn plaats al terug aan het overnemen om dit grote exemplaar te vervoegen.

Intussen genieten we elke keer we deze majestueuze boom passeren van zijn pracht.

Vader Eik

‘Vader Eik’ is de dikste boom in het Bos. Het is een zomereik (Quercus robur) en hij had in 2019 een omtrek van maar liefst 314 cm. Voor zover we weten (nog niet alle dikke bomen zijn gemeten…) is hij daarmee minstens 40 cm dikker dan het tweede dikste exemplaar in het bos.

Over de laatste elf jaar groeide zijn omtrek met ongeveer 3.1 cm per jaar. Dit maakt Vader Eik waarschijnlijk iets meer dan 100 jaar oud. De beste schatting is tussen de 130 en 140 jaar. We denken dus dat hij nog net in de 19e eeuw gekiemd is.

Hij steekt ook een stuk boven het bladerdak rondom hem uit. In 2008 hebben we z’n hoogte bepaald op 33 meter. Inderdaad een majestueuze boom. Ooit was er zelfs een lokale natuurclub naar hem genoemd…

Vader Eik met 10 en 12 jarigen als schaal.