Vader Eik

‘Vader Eik’ is de dikste boom in het Bos. Het is een zomereik (Quercus robur) en hij had in 2019 een omtrek van maar liefst 314 cm. Voor zover we weten (nog niet alle dikke bomen zijn gemeten…) is hij daarmee minstens 40 cm dikker dan het tweede dikste exemplaar in het bos.

Over de laatste elf jaar groeide zijn omtrek met ongeveer 3.1 cm per jaar. Dit maakt Vader Eik waarschijnlijk iets meer dan 100 jaar oud. De beste schatting is tussen de 130 en 140 jaar. We denken dus dat hij nog net in de 19e eeuw gekiemd is.

Hij steekt ook een stuk boven het bladerdak rondom hem uit. In 2008 hebben we z’n hoogte bepaald op 33 meter. Inderdaad een majestueuze boom. Ooit was er zelfs een lokale natuurclub naar hem genoemd…

Vader Eik met 10 en 12 jarigen als schaal.

Ontmoetingsplaats

Het leven in het Bos documenteren is dikwijls een werk van veel geduld. Sfeerbeelden kun je natuurlijk op elk moment nemen, maar veel planten, dieren of gebeurtenissen komen maar een korte tijd voor elk jaar : een bloeiende plant, jonge dieren, herfstkleuren… Dan heb je een paar weken of dagen om deze dingen te observeren. Voor weer andere dingen is het niet alleen de tijd maar vooral de plaats belangrijk: hoewel we veel sporen van grotere dieren in het Bos vinden is het dikwijls heel wat zoeken om bijvoorbeeld de wildcamera op een goede plaats te krijgen. Menige uren werden al doorgebracht aan het uitsorteren van video’s waar niets noemenswaardig op staat…

Maar deze week stond de camera op de juiste plaats op het juiste moment. Een ware ontmoetingsplaats van bewoners van het bos! In een tweetal nachten kwamen vossen, marters, bevers, reeën, ratten en muizen langs.

Kijk maar mee en bewonder !

Ontmoetingsplaats in het Bos

Dieren op je hand

De vele tientallen planten in het bos, van de grote eiken tot de kleinste grassprietjes, kun je als mens natuurlijk gemakkelijk aanraken. Dat is niet zo met de dieren die er leven. Een mier of spin kan je wel al eens op je hand laten lopen maar met vlinders en vogels is dat niet het geval, laat staan vossen of reeën. Toch is er een categorie van mooie dieren die je, hoewel vrij zelden, toch nu en dan op je hand krijgt : het zijn de libellen.

Tot op heden hebben we in het bos 14 verschillende soorten libellen gezien. Sommige, zoals de azuurwaterjuffer, komen in grotere aantallen voor. Andere, zoals de oeverlibel, hebben we nog maar een enkele keer mogen bekijken. We komen zeker later nog terug op de verschillende soorten en onze waarnemingen.

Libellen houden van warmte. Ze zijn voor het regelen van hun lichaamstemperatuur namelijk afhankelijk van de warmte van de zon. Je kunt ze soms in het begin van de dag zien ‘zonnen’ op beschutte plaatsen. Op dat moment kunnen ze ook wel eens je warme hand komen opzoeken om er te zonnen. En als ze nog niet goed opgewarmd zijn kunnen ze wel eventjes rustig blijven zitten. Als je dan in de andere hand het fototoestel in de aanslag hebt levert dat soms mooie kiekjes op :

Hier een paarjte houtpantserjuffers (Chalcolestes viridis) in tandem positie. Het mannetje bovenaan.

Het mannelijk houtpantserjuffertje in close-up.

Een vrouwelijke blauwe glazenmaker (Aeshna cyanea). Ze ziet er vooral groen uit, maar de naam komt van het mannetje (zie hieronder).

Hier dus het mannetje van de blauwe glazenmaker. Deze soort kan tot 7.5 cm lang worden. Forse exemplaren dus.

Een vrouwelijke viervlek (Libellula quadrimaculata). De naam komt van de vier zwarte vlekken op de vleugels. Andere libellen hebben er typisch maar twee. Merk ook het prachtige patroon op op de vleugels dicht tegen het lichaam.

Dezelfde viervlek in close-up toont haar harige lichaam en de minuscule klauwtjes waar ze zich zo stevig mee kan vasthouden.

Grote Groene Sabelsprinkhaan

De grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) is één van de tot nu toe zeven sprinkhaan soorten die we in het Bos zijn tegengekomen en één van de grotere. Van kop tot uiteinde van de vleugels kan het wel 6 cm lang worden. En daarbij komen nog de zeer lange voelsprieten die wel zo lang als het lichaam kunnen zijn. Hoewel de vleugels groot zijn is het niet de allerbeste vlieger. Na een grote sprong zweeft hij meer dan dat hij vliegt. Hij geraakt er wel een tiental meter ver mee.

Een vrouwelijke grote groene sabelsprinkhaan kijkt aandachtig toe

Het exemplaar hierboven is een vrouwtje, duidelijk te herkennen aan de legboor op het einde van het lichaam. De wat gebogen, sabelachtige vorm ervan ligt trouwens aan de basis van de naam van de soort. Met de legboor leggen ze de eitjes diep onder de grond op een veilige plaats. Hoe dat gebeurt zie je op de video hieronder. Het is een belangrijke bezigheid. Een gigantisch ‘dier’ met een camera in de hand kan haar duidelijk niet van haar taak afleiden…

Hoe een grote groene sabelsprinkhaan haar eitjes diep in de grond legt.

Voel-je-goed Bever

Onze bever familie heeft ons al veel fantastische momenten bezorgd. Het is steeds opnieuw uitkijken naar hun bezigheden : een dam bouwen, de burcht ophogen enzovoort. Maar nu en dan nemen zij ook eens pauze en zien we ze spelen of rusten.

Deze keer is één van de twee ouders zich eens goed aan het verzorgen. Voor ons lijkt het dat ze zich eens gezellig over de huid krabt en dat ze er ferm deugd aan heeft. En het doet ons zeker ook goed voelen. Je zou haar zo willen vastpakken en knuffelen ! Maar wat ze doen is heel belangrijk : ze wrijven een olie-achtige substantie uit een klier aan haar staart uit over heel haar vacht om goed waterafstotend te blijven. De vacht van de bever beschermt haar tegen kou en water en moet goed verzorgd worden. Voor plekjes waar ze zelf niet aankunnen helpen andere bevers. Noodzakelijk dus, maar het levert wel mooie beelden.

We hebben alleen maar nachtbeelden van onze bever familie natuurlijk, vermits ze normaal alleen dan maar actief zijn. Dus zwart-wit en misschien niet de beste resolutie, maar dat kan het plezier niet bederven natuurlijk

Ontmoeting met een reebok

De meeste foto’s van de grotere dieren in het bos, reeën, vossen, bevers, hazen etc. komen van de wildcamera’s. Prachtige toestellen zijn het. Niet dat we deze dieren nooit zien in het bos, in tegendeel. Maar meestal is het een glimps van een snel wegspringende ree of haas of een vos die snel in de ondergroei verdwijnt. Ze horen of ruiken ons immers al van heel ver.

Nu en dan echter neemt het dier er even de tijd voor. Misschien wat nieuwsgierig ? En als je dan maar een camera in de hand had…

Vandaag was het zover. Een reebok had ons wel opgemerkt en liep weg maar bleef daarna staan om ons eens beter te bekijken. We hadden even de tijd om oog in oog te staan. En we hadden de camera in de hand…

Ontmoeting met een nieuwsgierig reebok

Nieuwe Reeënkalfjes

Groot nieuws : vandaag heeft de webcam twee piepjonge reeënkalfjes gespot samen met hun moeder! De kalfjes zijn nog duidelijk gevlekt. We schatten ze op ongeveer anderhalve maand oud. De meeste kalfjes worden ergens in mei geboren. De eerste weken zul je ze ook zelden samen met de moeder zien lopen. Ze worden dan alleen snel gezoogd en blijven voor de rest op hun eentje. Na een drie tot vier weken beginnen de kalfjes de moeder te volgen. Vanaf een tweetal maanden beginnen de vlekjes te vervagen. De exemplaartjes hieronder zitten daar dus wat middenin.

De twee jonge kalfjes met de moeder, twee dagen na de eerste waarneming.

Het is al enkele jaren dat we steeds een nieuwe generatie reetjes mogen verwelkomen. Dat is goed nieuws want dat betekent dat de reeën zich goed voelen in het bos en er voldoende eten en beschutting vinden.

We kijken er al naar uit om de jongskes te zien opgroeien.

Damhert op bezoek

De wildcamera heeft vandaag een nieuwe bezoeker geregistreerd in het Bos : een damhert (Dama dama) ! En aan het onvertakte gewei te zien is het een jong mannetje. Het gewei is ook nog met huid bedekt. Dit zal het hert, door aan jonge bomen te schrapen, zelf verwijderen. Damherten komen van nature niet voor in België dus is het waarschijnlijk een ontsnapt dier.

Damherten zijn wat groter dan de reëen. Dit mannetje heeft ook een duidelijk andere vacht met de mooie witte stippen, maar dat is niet altijd zo. Soms zijn ze ook egaal grijs. In tegenstelling tot de ree hebben ze ook een staart.

Hopelijk blijft hij een tijdje in het bos rondhangen. We zijn benieuwd hoe vaak we hem zullen kunnen waarnemen.

De eerste foto van het damhert (Dama dama) op bezoek in het Bos. Het gewei is nog niet vertakt.
Zijn andere kant toont duidelijk z’n staart, wat ontbreekt bij de ree.

Bever velt Boom

Bevers hebben takken nodig om hun dammen en burchten te maken. Eén oplossing daarvoor is het afknagen van jonge bomen van verschillende diktes die in hun geheel meegenomen worden. Soms echter gebruiken ze een andere taktiek en proberen ze een grotere boom neer te halen en strippen ze die van takken eens hij op de grond ligt. Dat is soms een hele onderneming maar het zijn doorbijters (letterlijk!) en ze houden vol.

De laatste maand was onze Gaston (de bever) en zijn familie (zoals we later zullen zien) bezig aan een serieuze wilg. Deze keer hebben we zijn werk goed kunnen opvolgen. Op 23 november merkten we voor de eerste keer op dat hij er aan bezig was was. Gedurende de volgende weken werd er hard verder gewerkt en op 29 december was het zo ver en ging de boom om. Meer dan een maand werk! Maar hun werk wordt beloond : de volgende weken hebben ze toegang tot een grote hoeveelheid takken van uiteenlopende diameters om verder te bouwen.

Wat uniek is hier is dat we het vallen van de boom ook hebben kunen filmen ! Hieronder zie je de evolutie van het werk, hoe de stam verder en verder uitgebeten wordt tot ze nog maar op een dun stukje rust. En kijk dan toe hoe Gaston het vallen hoort of voelt aankomen en zichzelf in veiligheid brengt net voor de boom omgaat. Hoe fascinerend om een blik te kunnen werpen in het leven van deze intelligente dieren.

 

In vlucht

Al lange tijd probeerde ik eens een foto te nemen van een libel in vlucht. In natuurgidsen vind je ze soms terug, de scherpe beelden van vliegende libellen. Maar evident is het helemaal niet. Libellen vliegen snel en veranderen constant van richting. Nu en dan blijven ze wel even hangen, maar om dan alles goed in focus te krijgen en zo is toch een beetje een huzarenstukje. Maar met heel veel geduld en vele mislukkingen lukt het toch.

Deze foto van een blauwe glazenmaker (Aeshna cyanea) uit 2017 is de eerste keer dat het me lukte. En de belichting was nog uitzonderlijk goed ook : de libel in de zon en de achtergrond in de schaduw. Als sluitertijd moest ik tot 1/4000 afzakken.

De eerste geslaagde foto van een libel (een blauwe glazenmaker) in vlucht.

Vandaag lukte het me nog eens. Deze keer was er opnieuw een blauwe glazenmaker heel de tijd over het terras aan het vliegen en kon ik hem dus nog eens mooi vastleggen tijdens z’n sierlijke vlucht.

Met heel veel geduld lukt het twee jaar later nog eens.